In dit artikel lees je hoe je een opmaak bewerkt.
In dit artikel leggen we uit hoe een opmaak is opgebouwd. Ook leer je hoe je de basisinstellingen aanpast om je opmaak te personaliseren. Dit geldt voor de opmaken in Verkopen en Inkopen.
Let op:
Het bewerken van een opmaak valt buiten de ondersteuning van SnelStart.
Wil je hulp bij het bewerken van je opmaak?
Onze specialisten van het regiokantoor staan voor je klaar.
In dit artikel:
1. Hoe kan ik de opmaak bewerken?
2. Uitleg over de opbouw van de opmaak en de bands
3. Uitleg over de onderdelen van de opmaak
1. Hoe kan ik een opmaak bewerken?
- Nadat je een opmaak hebt gekopieërd kun je deze bewerken.
- Open je administratie. Klik rechtsboven op het tandwiel (instellingen) en ga naar Opmaakbeheer.
- Klik in de regel van je opmaak op de drie puntjes aan de rechterkant en ga naar Bewerken.
- De editor van je opmaak opent. In hoofdstuk 2 lees je hoe de opmaak is opgebouwd.
Vertalen naar Nederlands
Wil je de editor in het Nederlands gebruiken? Stel dan de taal van je browser in op Nederlands.
Gebruik je Chrome? Klik dan met de rechtermuisknop buiten de editor en kies Vertalen naar het Nederlands. Wil je weer terug naar de oorspronkelijke taal? Klik rechtsboven in de adresbalk op het vertaalicoontje met de letter G. Kies daarna voor Waargenomen taal en selecteer een andere taal.
De opmaak opslaan
Klik linksboven op de drie horizontale streepjes en kies voor Save.
2. Uitleg over de opbouw en de bands
Een opmaak bestaat uit verschillende onderdelen, ook wel bands genoemd. Elke band vormt een specifiek onderdeel van de opmaak.
Je herkent de verschillende bands aan de kleuren in de verticale lijst aan de linkerkant van het scherm. In het voorbeeld hieronder zie je bovenaan een donkergroene band, daaronder lichtgroene bands , gevolgd door een blauwe band en als laatst 3 paarse bands. Elke kleur staat voor een ander onderdeel van je opmaak.
De volledige lijst met bands ziet er zo uit:
De werking van de bands
Klik je in een band, dan verschijnt aan de rechterkant een scherm met de eigenschappen van die band. In het voorbeeld hieronder zie je de eigenschappen van ReportHeader1 (Report Header). Hieronder leggen we uit wat elke band inhoudt.
De verschillende soorten bands
1.TopMargin en BottomMargin
Deze bands vind je helemaal bovenaan en onderaan in je opmaak. Dit is een stukje marge dat altijd aanwezig moet zijn voor het afdrukken van de opmaak. Je kunt deze bands niet verwijderen.
Afmetingen van de marges aanpassen
Je kunt wel de afmetingen van de marges aanpassen. Dit doe je door in het rechterscherm bij Properties (eigenschappen) te kiezen voor Report1.
Hier vind je bij de page settings (pagina instellingen) de afmetingen van de marges terug. Dit gaat om de Top en Bottom.
2.ReportHeader
De ReportHeader is het bovenste deel van je opmaak. Dit onderdeel wordt alleen op de eerste pagina van je factuur of andere ordertype weergegeven.
In de ReportHeader van je factuur zie je bijvoorbeeld:
-
klantgegevens
-
bedrijfsinformatie
-
betaalgegevens
Klik op de ReportHeader om de Properties (eigenschappen) aan de rechterkant te openen.
Hier kun je de instellingen van dit onderdeel aanpassen.
De velden die je ziet, worden automatisch gevuld bij het maken van een factuur.
Ze verwijzen naar gegevens uit de database.
Voorbeeld:
Bij het kopje linksboven Verkooporder.Adresgegevens.Naam worden automatisch de klantgegevens ingevuld van de klant waarvoor je op dat moment een factuur maakt.
3.PageHeader
De PageHeader staat standaard in je opmaak en wordt gebruikt als je factuur meerdere pagina’s heeft. Zie afbeelding hieronder:
In de eigenschappen (Properties) van de PageHeader geef je aan wanneer dit onderdeel zichtbaar moet zijn op de opmaak. Meestal kies je ervoor om de PageHeader alleen te tonen op pagina’s zonder ReportHeader, dus vanaf pagina 2.
Dit stel je in bij Print On op: Not with Report Header (zie afbeelding hieronder).
In de PageHeader zie je vergelijkbare gegevens als de Report header aangevuld met paginanummer subtotaal.
Overal dezelfde kop op je factuur?
Wil je op alle pagina’s dezelfde koptekst tonen? Dan gebruik je de PageHeader in plaats van de ReportHeader.
Ga naar de eigenschappen (Properties) van de PageHeader en stel Print On in op: All Pages. Zo wordt de PageHeader bovenaan elke pagina van je factuur getoond.
Let op: gebruik je deze instelling, dan moet je de ReportHeader verwijderen.
Dat doe je zo: klik met je rechtermuisknop op de ReportHeader-band en kies Delete.
4.Detailband
De detailband bevat velden die je gebruikt om informatie uit elke orderregel weer te geven. Denk bijvoorbeeld aan velden zoals artikelnummer, omschrijving, aantal en prijs.
Deze gegevens komen telkens terug voor elke orderregel die je toevoegt aan een factuur, offerte, pakbon of ander orderdocument. Zie hieronder wat de Detailband is:
Hoe werkt de detailband?
Wanneer je een factuur maakt, bestaat die vaak uit meerdere regels. Bijvoorbeeld:
-
2 laptops van €1.000,-
-
3 muizen van €25,-
-
1 toetsenbord van €50,-
De detailband zorgt ervoor dat al deze artikelen netjes onder elkaar op je factuur verschijnen, met per regel de juiste informatie over het artikel, de omschrijving, het aantal en de prijs.
Voor elke orderregel wordt de inhoud van de detailband herhaald. Zo komt automatisch alles wat je factureert of aanbiedt op het document te staan.
Belangrijk om te weten
-
De detailband is speciaal bedoeld voor herhalende gegevens, zoals orderregels.
-
Zonder de detailband zouden je facturen, offertes of pakbonnen alleen een samenvatting tonen en niet de afzonderlijke artikelen die je hebt toegevoegd.
5.ReportFooter
In de ReportFooter zet je de totale bedragen van de factuur.
Hier komen meestal de volgende gegevens te staan:
-
het totaalbedrag
-
het btw-bedrag
-
leveringsgegevens
De ReportFooter verschijnt standaard onderaan de laatste pagina van je factuur. Als je maar 1 pagina hebt verschijnt deze onderaan die pagina.
6.PageFooter
Dit onderdeel is van toepassing als je factuur uit meerdere paginga's bestaat. Je ziet daar dan het totaal van factuur en volgende pagina.
7.Report 1
Klik je met je muis in het grijze vlak aan de rechter- of linkerkant van je opmaak? Dan verschijnt aan de rechterkant bij Properties het onderdeel Report1. Hier zie je de eigenschappen waarin is ingesteld hoe de data voor de hele opmaak wordt gebruikt.
In dit voorbeeld staat bij Data Member de waarde Verkooporder.Regels. Dit betekent dat de detailband op de factuur net zo vaak wordt herhaald als er regels in de verkooporder zijn.
Factureer je bijvoorbeeld 4 verschillende artikelen? Dan zijn dat 4 verkoopregels. De detailband wordt dan 4 keer weergegeven – één keer per regel. Zo zie je op de factuur dus alle losse verkoopregels netjes onder elkaar.
Belangrijk!
Bij verkopen moet het veld Data Member altijd op Verkooporder.Regels staan en bij Inkopen op Inkooporder.Regels en bij aanmaningen op Aanmaning.Regels.
8. Afmetingen van de opmaak
In de editor zie je rechts de properties van de hele opmaak: Report1.
Een belangrijk onderdeel daarin is het kopje Page settings. Hier stel je het papierformaat in waarop je de opmaak wilt afdrukken.
Standaard staat dit ingesteld op A4-formaat: 21 x 29,7 cm. Maar let op:
Je opmaak kan langer lijken dan 29,7 cm. Dat komt doordat SnelStart Polaris automatisch berekent hoeveel ruimte er per pagina beschikbaar is voor herhalende gegevens, zoals orderregels in een detailband.
Hoe werkt dat?
De editor berekent per pagina de ruimte die overblijft nadat de vaste onderdelen – de zogenaamde bands – zijn afgetrokken van de totale paginalengte.
Per pagina kunnen de header en footer verschillen, dus dit wordt telkens opnieuw bekeken.
Bijvoorbeeld: berekening van beschikbare ruimte
Stel, je maakt een pakbon van 2 pagina’s met in totaal 25 orderregels.
Op pagina 1 gebruik je de volgende bands:
-
Topmargin: 1 cm
-
Reportheader: 11,5 cm
-
Detailband: 0,75 cm per orderregel
-
Pagefooter: 0,75 cm
-
Bottommargin: 1,5 cm
De editor berekent het zo:
Totale ruimte op A4 = 29,7 cm
Vaste ruimte in gebruik = 1 + 11,5 + 0,75 + 1,5 = 14,75 cm
Overgebleven ruimte voor detailband = 29,7 – 14,75 = 14,95 cm
Elke orderregel (detailband) is 0,75 cm hoog:
Aantal regels dat past = 14,95 ÷ 0,75 = 19 regels op de eerste pagina
De overige 6 regels komen dan automatisch op pagina 2.
De detailband op je factuur heeft standaard een vaste hoogte die afgestemd is op een nette weergave van je orderregels. Elke regel op je factuur — bijvoorbeeld een artikel met omschrijving, aantal en prijs — gebruikt precies die hoogte.
Let op: Als je de hoogte van de detailband vergroot, wordt elke orderregel automatisch groter weergegeven. Dat betekent dat er veel extra witruimte ontstaat tussen de regels, waardoor je factuur er rommelig uit kan zien en mogelijk zelfs onnodig lang wordt.
Wij raden aan om de standaardhoogte van de detailband te behouden.
Zo blijft je factuur overzichtelijk en passen alle orderregels netjes onder elkaar zonder onnodige ruimte.
3. Uitleg over de onderdelen van de opmaak
De onderdelen:
1. Tabellen en cellen
2. Labels (los veld)
3. Panel
1.Tabellen en cellen
De opmaak is zoveel mogelijk opgebouwd met tabellen. Een tabel is een overzicht met gegevens die zijn verdeeld in rijen en kolommen; elke cel is het vakje waar een rij en een kolom elkaar kruisen en bevat informatie. Hieronder zie je de pageheader van een factuuropmaak. In de oranje vakken zie voorbeelden van tabellen: Alle cellen binnen een tabel zijn met elkaar gelinkt. Dat heeft een voordeel: voeg je een extra cel toe, dan sluit dat automatisch aan bij de rest van het tabel. Zo blijft je opmaak overzichtelijk.
Wil je het hele tabel verplaatsen? Selecteer dan het complete tabel. Je kunt het dan eenvoudig als geheel verschuiven naar een andere plek in je opmaak.
Een nieuw tabel toevoegen
Je kunt eenvoudig een nieuwe tabel toevoegen aan je opmaak.
-
Klik links op het tabel-icoon:
-
Houd je muisknop ingedrukt en sleep het tabel naar de gewenste plek in je opmaak.
-
Vanuit de velden in de tabel kun je de tabel verder uitbreiden. Dit doe je door in een cel te klikken op je rechtermuisknop → Insert.
Een extra cel toevoegen aan een tabel
-
Selecteer de cel waaraan je iets wilt toevoegen.
-
Klik met je rechtermuisknop op de geselecteerde cel.
-
Kies Insert.
-
Selecteer of je de nieuwe cel boven of onder de bestaande cel wil plaatsen.
De nieuwe cel wordt automatisch uitgelijnd zoals de cel dat je als bron hebt gekozen.
Database informatie in een cel plakken
Wil je informatie uit de database in een cel plakken dan doe je dat zo:
- Maak een nieuwe cel aan in de tabel.
- Selecteer de cel en klik aan de rechterkant op het database icoon:
- Open de map Administratie
- In de map Instellingen vind je velden waarin jouw bedrijfsgegevens staan. Wil je hiervan een veld toevoegen? Selecteer dat veld en sleep het naar de cel.
- In de map verkooporder vind je per onderdeel de velden die in jouw database staan. Zoek het juiste veld en sleep dit in de cel.
De eigenschappen van een tabel of cel
Als je een tabel of cel selecteert zie je aan de rechterkant de properties (eigenschappen).
Een cel verwijderen
Wil je iets verwijderen uit een tabel? Selecteer dan eerst een cel in de tabel.
-
Klik met je rechtermuisknop op de cel.
-
Kies Delete (Verwijderen).
-
Je krijgt drie opties:
-
Rij verwijderen: verwijdert de hele rij waarin de cel staat.
-
Kolom verwijderen: verwijdert de hele kolom waarin de cel staat.
-
Cel verwijderen: verwijdert alleen de geselecteerde cel.
-
De afmetingen
- Tabel:
Een tabel heeft altijd een X- en Y-as en een hoogte en breedte.
Wil je de hele tabel aanpassen? Selecteer dan de volledige tabel.
Ga in het venster Properties (Eigenschappen) naar het tabblad Layout → Location en Size om de positie en afmetingen te bekijken of aan te passen. - Tabelcel (tablecel):
Een cel binnen een tabel heeft altijd een breedte.
Selecteer het veld en open in Properties het tabblad Layout → Size om de breedte aan te passen. - Rij (row):
Een rij kan bestaan uit meerdere cellen. Wil je een rij selecteren? Selecteer dan eerst een cel in die rij of de gehele tabel. Je ziet dan aan de buitenrand van de cel/tabel een wit blokje. Als je daar met je muis langs gaat verschijnt vanzelf een een zwarte pijl. Klik dan op die pijl om die rij te selecteren. Bij Properties (eigenschappen) zie je nu de instellingen van die hele rij. Onder Layout kun je hier zowel de hoogte als breedte van de rij aanpassen.
2. Labels - losse velden
Een label (los veld) toevoegen in de opmaak
Je kunt een label toevoegen aan je opmaak. Een label is een los veld.
- Klik in het menu aan de linkerkant op het label-icoon:
- Houd je muisknop ingedrukt en sleep het label naar de gewenste plek in je opmaak.
- Aan de rechterkant zie je de properties (eigenschappen) van het label. Wil je losse tekst in het label zetten? Dubbelklik dan in het label en voeg je tekst toe. Je kunt dit ook bij Properties (eigenschappen) bij text invullen.
Informatie uit de database als label (los veld) op mijn opmaak plaatsen
- Klik in het menu aan de rechterkant op het database-icoon:
- Open de map Administratie
- In de map Instellingen vind je velden waarin jouw bedrijfsgegevens staan. Wil je hiervan een veld toevoegen? Selecteer dat veld en sleep het naar je opmaak.
- In de map verkooporder vind je per onderdeel de velden die in jouw database staan. Zoek het juiste veld en sleep dit naar je opmaak.
3. Panel
Een panel is een afgebakend vlak waarin je verschillende onderdelen kunt plaatsen, zoals bijvoorbeeld een tabel, een los veld (label) of een afbeelding. Alles wat je binnen het panel zet, blijft binnen dat kader. Verplaats je het hele panel, dan blijven alle onderdelen die erin staan netjes op hun plek.
Een panel toevoegen
- Klik in het menu aan de linkerkant op het Panel-icoon:
- Sleep het panel naar de gewenste plek in je opmaak.
- Selecteer en sleep de onderdelen die je in het panel wilt in het panel. (Je kunt bijvoorbeeld het tabel-icoon aan de rechterkant selecteren en dit slepen in het panel)
- Aan de rechterkant bij Properties (eigenschappen) stel je instellingen voor je panel in.
Voorbeeld van een panel:
Hieronder zie je de Pageheader van een factuuropmaak. Daarin zie je (in het oranje kader) een panel staan waarin betaalgegevens staan:
In dit voorbeeld is er een tabel binnen een panel geplaatst. Bovenaan is daarnaast een label toegevoegd met de tekst "Betaalgegevens". Dit label is buiten het panel geplaatst en maakt dus geen onderdeel uit van het panel.
Omdat dit veld buiten het panel valt, wordt er een rood randje om het hele panel weergegeven. Rechtsonder in het scherm zie je hierdoor een waarschuwingsicoontje (belletje) verschijnen. Dit betekent dat er een aandachtspunt is. In dit geval dat het veld "Betaalgegevens" niet binnen het panel valt.
Je kunt hiermee gewoon verder werken; het is geen fout, maar een waarschuwing. Als je in dit geval het panel selecteert en verplaatst gaat het veld Betaalgegevens niet mee. Dit veld hoort namelijk niet bij het panel.
Voordelen van een panel:
- Je kunt verschillende onderdelen makkelijk bij elkaar houden
- Je kunt voor alle onderdelen tegelijk instellingen aanpassen
- Je kunt je opmaak hierdoor nog meer personaliseren.
Belangrijke aandachtspunten:
-
Instellingen gelden voor het hele panel: Wanneer je het panel selecteert en instellingen toepast (zoals opmaak of marges), zijn deze van toepassing op alle inhoud binnen het panel. Wil je dus alleen iets instellen voor een bepaalde cel? Doe dit dan nadat je alles voor het panel hebt ingesteld.
-
De afmetingen van het panel zijn leidend: Het formaat van het panel bepaalt hoeveel ruimte beschikbaar is. Als je bijvoorbeeld een cel in het panel gebruikt waarin gegevens uit de database worden geladen, en je hebt ingesteld dat regels automatisch mogen uitvouwen bij langere teksten, dan groeit het panel zelf niet mee. Panels hebben een vaste hoogte en breedte. Zorg er dus voor dat je het panel groot genoeg maakt om alle verwachte inhoud te kunnen tonen.
Waar zie ik of staat ingesteld dat regels mogen uitvouwen?
Standaard staat de optie "Can Grow" ingeschakeld voor elke cel of tabel. Dit betekent dat de cel automatisch in hoogte kan meegroeien als er meer inhoud uit de database in komt te staan.
Je kunt dit als volgt controleren of aanpassen:
-
Selecteer de gewenste cel.
-
Ga in het rechterdeel van het scherm naar Properties (Eigenschappen).
-
Open het onderdeel Table Cell Tasks.
-
Hier zie je de optie Can Grow aangevinkt staan.
Als je het vinkje bij Can Grow weghaalt, groeit de cel niet meer automatisch mee met de inhoud.
4. Plaatje/logo toevoegen
plaatje en slepen
image source
de standaard instellingen van het plaatje, hij schaalt automatisch de afmeting van het plaatje naar de afmeting van het veld dat jij op het sjabloonn hebt staan.
bij sizing kun je nog andere zoom meetingen instellen
aligment is waar het plaatje in de afbeeldin moet
default is standaard in het midden. Is van invloed op het originele bestand
Welke bestandstypen:
vormen
shaps takss aangeven welke vorm
bij Shape, kleur, lijntype, opvullen, randje omheen.
line with is dikte
angle is draaien
shape is de vorm
per type vorm instellingen instellen
lijn sleep je erop en die kun je breder trekken
line direction: de soort lijn
barcode:
deze sleep je
rechts bij tekst kun je de tekst laten omzetten en da wordt een barcode
database veld er op loslaat, dus bijv je artikelcode als database veld.
sleep je het veld artikelcode in de barcode. Show texk staat aan. dan staat bijv het artikelnummer erbij
symbol: verschillende soorten barcodes
Let op: Module mag nooit onder de 1 staat onder symbolo, als dit onder de 1 komt bestaat de kans dat hij nie tmeer goed scant. Dit is de minimale afstand tussen 2 streepjes. Hoe hoger je dit maakt hoe breder je barcode wordt. Als dit staat op auto-module dan past hij hem automatisch aan aan de afbeelding die erop staat.
Per type barcode meer instellingen. Symbology open klikken.
character set: moet dan op auto staan zodat alfanummeriek ook kan. Dat geldt niet voor alle barcode's.
bijBolu
handtekening
sleep je handatkening. krabbel links onder (niet helemaal onderaan)
display docyment uit dan kun je de rest van de vakjes aanvinken.
klant ondergekend zie je de datum en tijd als de klant ondertekent.
online tekenen en terugmailen.
instellingen die de klant moet invullen bij het ondertekenen.
pagina nummer lins onder met itje
klikken en slepen
pageinfo veld
format aan toevoegen en de start van
page informatie: geen informatie (leeg veld)
pagina nummer: paginanummer
current total: 1 van 2
currend date en time: print datum en tijd
username:
pagecount: aantal pagina's.
Was dit artikel nuttig?